Agendapunt gemeenteraad juni 2017:
Volgens de cijfers van Kind en Gezien zou in 2016 29,9% van de Genkse kinderen (1 op 3 kinderen!) in een kansarm gezin geboren zijn. Daarmee stijgt Genk naar het 2de hoogste (!) percentage van Vlaanderen. Vijftien jaar geleden ging het nog over 5 % ! van de kinderen. Dat betekent dus een verzesvoudiging op vijftien jaar tijd!
Daarmee heeft Genk, na Blankenberge, het hoogste cijfer van heel Vlaanderen (12,81%). Daarmee steken we grote steden als Antwerpen voorbij. Kansarmoede wordt hierbij gedefinieerd als “een duurzame toestand waarbij mensen beknot worden in hun kansen om voldoende deel te nemen aan maatschappelijk hooggewaardeerde goederen, zoals onderwijs, arbeid en huisvesting”. In 2015 groeide 12% van de zeer jonge kinderen in Vlaanderen op in kansarmoede. Meer dan de helft van de kinderen in kansarmoede woont in de 13 centrumsteden en 63,9% heeft een moeder van niet-Belgische origine.
De Vlaamse en federale regering slagen er niet in om de kansarmoede terug te dringen. Ook in Vlaanderen is het percentage opnieuw toegenomen. Maar het cijfer in Genk ligt 2 keer zo hoog als in Vlaanderen. Wij vinden dat het Genkse stadsbestuur hierin ook een verantwoordelijkheid heeft. De stad neemt maatregelen die het moeilijker maken voor de Genkse gezinnen. Na de sluiting van Ford bijvoorbeeld had de stad minder inkomsten. Daarom zijn er een aantal maatregelen genomen. Van 2015 tot 2019 bespaart de stad elk jaar 1,2 miljoen op het OCMW. Daarnaast nam men ook een aantal maatregelen rond afval die een Genks gezin gemiddeld 60 euro extra per jaar kosten. Maatregelen die de Genkse gezinnen raken en waardoor zij de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen.
Uit rapporten blijkt ook dat het grootste armoederisico zit bij de kinderen in één oudergezinnen (37%), in gezinnen waar niemand werkt (80%), in niet-EU-gezinnen (53%) en in huurwoningen (37%). 8% van de kinderen in één oudergezinnen en 9% van de kinderen in gezinnen waar niemand werkt, leeft in een huishouden dat zich geen maaltijd met vlees, kip of vegetarisch alternatief kan veroorloven om de 2 dagen. Bijna één op 3 kinderen in niet-EU-gezinnen leeft in een huishouden dat er om financiële reden niet in slaagt de woning voldoende te verwarmen. 83% van de kinderen in een gezin waar niemand werkt, kan een onverwachte noodzakelijke uitgave van 800 euro niet uit eigen middelen betalen.
Dat één op drie kinderen in Genk in een kansarm gezin wordt geboren zien ze ook in de scholen. Het is geen uitzondering meer dat kinderen geen boterhammen bij zich hebben om ’s middags op te eten of dat de ouders de schoolrekeningen niet meer kunnen betalen.
Bianca Booms